-
1 kokend
2 [zeer heet] boiling/piping/scalding hot♦voorbeelden:〈 figuurlijk〉 kokend van woede • boiling/seething with anger -
2 scalding
-
3 boiling hot
-
4 piping hot
-
5 steaming
-
6 boil
n. steenpuist; kookpunt--------v. kokenboil1[ bojl] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:be at the boil • staan te koken————————boil21 (staan te) koken ⇒ het kookpunt bereiken, gekookt worden♦voorbeelden:1 the kettle is boiling • het (thee)water staat op/kooktboiling hot • kokend heetboil away • staan te koken (tot niets overblijft)boil down • inkoken〈 informeel〉 boil down to • neerkomen op (in het kort, in grote lijnen)II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 koken ⇒ aan de kook brengen/houden♦voorbeelden: -
7 piping
adj. fluitend; schreeuwerig--------n. pijp; buis; fluiten; buizenstelselpiping1[ pajping] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:————————piping2————————piping3〈 bijwoord〉♦voorbeelden: -
8 scalding hot
-
9 brühheiß
brühheiß1 gloeiend, kokend heet -
10 ébouillanter
ébouillanter [eeboejãtee]1 met kokend water overgieten ⇒ in kokend water (onder)dompelen, broeien ⇒ 〈 theepot〉 met kokend water omspoelen ⇒ 〈 culinaria ook〉 in kokend water leggen1. v 2. s'ébouillanterv -
11 bouillant
bouillant [boejã]♦voorbeelden: -
12 scald
n. brandwond--------v. branden (door hete vloeistof of stoom); in kokend water uitkoken, steriliseren; met heet water wassen; bijna aan de kook brengen; licht kokenscald1[ sko:ld] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 brandwond ⇒ brandblaar/vlek————————scald2II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 branden ⇒ (doen) branden/verbranden2 (uit)wassen ⇒ (uit)koken, steriliseren -
13 échauder
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский